Zuid-Kennemerland

Een vergeten jubileum voor een vergeten monument

Het is een monumentje waar dagelijks talloze wandelaars, fietsers en automobilisten voorbij gaan. Maar erbij stilstaan doet nauwelijks iemand. Dat is blijkbaar het lot van de gedenknaald aan de Manpadslaan, hoek Herenweg. Het staat er al sinds 1817, maar tot nu toe heeft geen mens er aan gedacht dit jaar het 200 jarig jubileum eens te gaan vieren. Het zijn andere tijden, en: waar gaat het monumentje eigenlijk over?

In 1817 moet de oprichter van de gedenknaald bevlogen zijn geweest. Prof. David Jacob van Lennep (1774-1853), eigenaar van het Huis te Manpad, was dan ook een echte romanticus en was erg verslingerd aan zijn buitenhuis, het Huis te Manpad. In 1804 verscheen een gedicht ‘De slag bij het Mannepad in 1304’ door Jan van Walré, over het verdrijven van Vlamingen bij de Blinkert in Overveen, die vervolgens via het Manpad zouden zijn gevlucht en daar in de pan gehakt. Over dat verhaal zal Van Lennep enthousiast geweest zijn want hij besloot in 1817 de Haarlemse steenhouwer Dirk Doeglas opdracht te geven een gedenknaald te maken. In de inscriptie wordt zowel de held van 1304 bezongen, de Witte van Haemstede’, als een ‘slag bij het Manpad’ van 1573.
Historici hebben beide slagen naar het rijk der fabelen verwezen. Over een slag bij het Manpad door de Witte van Haemstede, bastaardzoon van graaf Floris V, rept kortweg gezegd geen enkele bron uit die tijd.

Met zijn eerbetoon aan de slag in 1573 komt de romanticus Van Lennep iets dichterbij een waarachtig feit. Daar ging het om het leger van de prins van Oranje, dat trachtte het door de Spanjaarden belegerde Haarlem te ontzetten. Met de Spanjaarden is inderdaad gevochten, maar niet bij de Manpadslaan, maar noordelijker in de Haarlemmer Hout. Maar of er mannen waren die bij het Manpad hun leven hebben gewaagd voor het ontzet van Haarlem zoals de inscriptie van Van Lennep vermeldt? Ook daarvoor ontbreken voldoende harde bewijzen.

De gedenknaald lijkt dus vooral aardig als herinnering aan de romantiek. De volgende eigenaar van het Huis te Manpad was zoon Aernout van Lennep. Hij was als marineofficier vaak afwezig en verhuurde het huis in die tijd aan familieleden. In 1863 schonk hij de naald en de grond eromheen in 1863 aan de staat. Daarmee werd het een nationaal monument.

Dertig jaar geleden, eind jaren tachtig, trok Heemstede 30.000 gulden uit voor het opknappen van het hekwerk en het metselwerk. De sokkel en de obelisk zijn overigens van arduin, blauwe hardsteen. In die periode waren er overigens nog wel mensen die de romantiek van het monument koesterden. Oscar van den Bosch bijvoorbeeld, die bij zijn aantreden als burgemeester in 1979 waarschijnlijk probeerde Heemstede een identiteit te bezorgen toen sprak: “Tot mijn grote teleurstelling moest ik ervaren dat tegenwoordig door historici getwijfeld wordt aan de geschiedenis van de Held van de slag bij het Manpad Witte van Haemstede. Dat zouden we niet zonder meer over onze kant mogen laten gaan”.

Binnenkort: biografie van Jacob van Lennep
Binnenkort wordt de romantiek van 19e eeuws Nederland weer in de schijnwerper gezet. In januari verschijnt de langverwachte biografie van de zoon van David Jacob, de politicus en schrijver Jacob van Lennep. Geschreven door neerlandica emeritus prof. Marita Mathijsen en getiteld ‘Een bezielde schavuit’.
Op 27 januari Houdt Mathijsen in Spui25 in Amsterdam een inleiding over haar boek. (zie deze website)