De overdekte winkelgalerijen in Centrum Schalkwijk waren opvallend stil, op die zonovergoten zaterdagmiddag afgelopen juli. Maar op één plek, het centrale plein, bleek dat het publiek er wel degelijk was, speciaal gekomen voor het optreden van de BuurtBand. En wie toevallig langsliep hield vanzelf even stil. Het enthousiasme spatte er aan alle kanten af. Op het podium en onder het publiek. Wat gebeurde daar?
Het korte antwoord: wie naar de Buurtband kijkt, ziet en beleeft puur en onbekommerd plezier. Het recept erachter is even eenvoudig als interessant. Iedereen mag meedoen in de BuurtBand. Oud, jong (vanaf 16 jaar), wit of zwart (is niet toevallig ook de titel van een van de liedjes die de band zingt), met of zonder beperking. Je eigen muziekinstrument is welkom, maar voor wie er geen heeft en nog nooit heeft gespeeld zijn er instrumenten als de schelleboom, een houten stok met belletjes, of een batphone, een set van vier pvc buizen in verschillende toon. Die phone gaat klinken als je er met een slipper op mept.
Tijdens de repetities op de donderdagavond in Buurtwinkel Hof van Leij, zitten achterin de zaal Els van der Doe en Tjeerd de Lange. Zij zorgen met hun klarinet en sax voor nog meer muzikale invulling. Zij hebben als enigen wel bladmuziek voor de neus.
Om met dit diverse gezelschap samen muziek te maken is er een muzikale leider aangesteld. Voor de twee BuurtBands die Haarlem nu rijk is, is dat Vincent Lamers. Hij is opgeleid als muziekleraar, ooit begonnen als bandleider van schoolbandjes, daarna terecht gekomen in het speciaal onderwijs als vakleerkracht muziek. Nu combineert hij nu beide vaardigheden als bandleider van de BuurtBand.
“Het is fantastisch om te doen. De deelnemers geven me veel energie terug,” aldus Vincent, na de wekelijkse repetitie van de BuurtBand in De Buurtwinkel Hof van Leij, op de hoek van de Europaweg.
De BuurtBand is op het oog heel spontaan en simpel, maar er komt wel een en ander bij de organisatie kijken. Voor veel deelnemers met een beperking is vervoer nodig naar en van Hof van Leij, of de andere BuurtBandlocatie, in de Koninginnebuurt. De leden van de band zijn heel zorgzaam voor elkaar. Een oudere dame houdt een oogje op haar buurman, helpt hem als een plots een deel van een instrument uit zijn handen valt. “De BuurtBand is een goede hechte club. Klinkt een beetje cliché, maar het voelt als een familie”, aldus Vincent.
“En heel respectvol naar elkaar”, merkt Hugo Spruijt op. Hij is pas sinds een tijdje actief in de BuurtBand, als vrijwilliger. Ook hij is muzikaal geschoold. “Aanvankelijk dacht ik: hoe moet dat met al die verschillende mensen? Maar het zit eigenlijk heel strak in elkaar”.
De BuurtBand is als concept ontstaan in Utrecht en sinds vorig jaar op diverse plaatsen in Nederland van start gegaan. “In coronatijd, met als doel mensen weer samen te brengen, en muziekmakers weer aan het werk te krijgen. Het is een initiatief van Peter de Boer van het Fort van de Verbeelding, die daarvoor subsidie kreeg van het Fonds Cultuurparticipatie”, vertelt Vincent.
Met groot succes dus ook in Haarlem. De opzet is dat de bands 14 keer repeteren, en de vijftiende keer optreden. “We worden overal gevraagd, zegt Vincent. Van familiefeesten tot zelfs het Teylers Museum. Daar mogen we volgend jaar maart optreden. De BuurtBand gaat als een malle, we worden voortdurend gevraagd te spelen.”
Els (75), de klarinettiste, heeft haar plekje helemaal gevonden bij de BuurtBand. “Ik zat bij allerlei orkesten. Daar was het strak van bladmuziek spelen. Hier is het meer improviseren. Even wennen, maar o zo leuk. Mijn hart gaat open. Gewoon omdat het zo’n prachtig sociaal gebeuren is. Met de orkesten ben ik gestopt. Nu is het tijd voor dit”.