Zuid-Kennemerland

Bloemendaal heeft handen vol aan kastanjemineermot

Kastanjebomen die middenin de zomer al bruin worden. Dat gebeurt wel vaker. Maar dit jaar is het probleem groter dan normaal. Boosdoener is de rups van de kastanjemineermot, die al vroeg in het jaar gangenstelsels in de bladeren knaagt waardoor deze afsterven. Dodelijk voor de boom is het niet, maar het werkt wel verzwakkend. Ook in Bloemendaal komt de mot heel veel voor en het probleem neemt toe, laat de woordvoerder van de gemeente weten.
Bloemendaal telt momenteel 242 paardenkastanjes als laanboom. In de bosparken staan er meer. Ook zijn er veel particuliere kastanjebomen. Alleen een enkele geïsoleerd staande boom heeft soms alleen een lichte of helemaal geen aantasting.

De mineermot richt dit jaar meer schade aan dan gemiddeld omdat deze dankzij het warme voorjaar extra eitjes heeft gelegd in de bladeren. Door het bruin worden van de bladeren kan de boom minder voedsel voor zichzelf aanmaken en wordt vatbaarder voor bijvoorbeeld schimmels en de beruchte kastanjebloedingsziekte. Die sloeg op de monumentale Vrijheidsdreef in buurgemeente Heemstede hard toe en noopte de gemeente daar afgelopen jaar alle kastanjes te rooien en te vervangen door nieuwe laanbomen.

Volgens kenners is de mineermot te bestrijden door afgevallen bladeren te ruimen zodat de larven zich niet in de grond kunnen nestelen. Bloemendaal is dat ook van plan: “We gaan dat snel doen. Het streven is om voor de Kerstvakantie de hele gemeente vrij van blad te hebben. In het verleden hebben we valletjes opgehangen tegen de motten, maar dat leverde niet voldoende resultaat op. Feromoonvalletjes lokken de mannelijke vlinders met hormoonlokstof, de achterliggende gedachte is dat ze dan minder kroost produceren in het jaar erna”

De aantasting door de mineermot is in 1998 voor het eerst in Nederland waargenomen. Onderzoekers van het Wageningse instituut Alterra vermoeden dat de mot afkomstig is uit Azië. Hij is voor het eerst in Macedonië beschreven, in 1984.