Zuid-Kennemerland

‘Behoud landgoederen moet geen politieke speelbal worden’

Wel of geen veranderingen op landgoederen en buitenplaatsen toestaan? Dat is de centrale vraag vanavond tijdens de behandeling in de raad van de gemeentelijke nota Landgoederen. Daarin staat beschreven welke ontwikkelingen op de landgoederen en buitenplaatsen in Bloemendaal wenselijk dan wel onwenselijk zijn. De gemeente wil nieuwe ontwikkelingen op een landgoed toestaan als die bijdragen aan behoud, of wanneer die de kwaliteit en vitaliteit ervan versterken.

In de gemeenteraad wordt daar verschillend over gedacht. De VVD wil bijvoorbeeld juist strakke regels om de gemeentelijke ambtenaren een ‘scherp wapen’ in hand te geven. Geen opsplitsing, geen verkaveling, geen bijgebouwen veranderen in woonhuizen, aldus de liberalen die hierover een amendement gaan indienen (zie hieronder). Marielys Roos anderzijds (Hart voor Bloemendaal) in de commissievergadering eerder deze maand: “Dus in koetshuizen mogen alleen koetsen staan? Hoe zit het dan met de zwembaden, die wél mogen?”

Wie een dergelijke discussie met lede ogen aanziet is René Dessing, directeur van de stichting Kastelen, Buitenplaatsen en Landgoederen en kunsthistoricus. “Het is zeer te betreuren als behoud van historische landgoederen een politieke speelbal wordt”.

Dessing zelf is woonachtig op Huis te Manpad in Heemstede en schreef meerdere boeken over landgoederen en historische buitenplaatsen. “Bij behoud van cultuurhistorisch erfgoed gaat het om de vraag: wat is er nodig voor het in stand houden en het voortbestaan. Alles wat louter wordt ingegeven door politieke afwegingen vind ik minder interessant. De uitgangspunten van beleid moeten natuurlijk helder zijn, maar in het algemeen zou ik stellen dat flexibiliteit op een landgoed of buitenplaats mogelijk moet zijn. Het zou per object bekeken moeten worden. Kijk, als er met twee of drie woonbestemmingen op een terrein het voortbestaan van een buitenplaats of landgoed als geheel gewaarborgd kan worden, dan moet daar zeker met een positieve blik naar worden gekeken. Dingen voor de eeuwigheid op slot zetten is niet reëel. Zaken worden altijd gekleurd door de tijd waarin ze gebeuren”.

En in deze tijden gebeurt er veel op gebied van cultuurbeleid, zegt Dessing. Rampzalige dingen, zoals de afschaffing van de fiscale aftrek voor onderhoud van monumenten in bezit van particulieren bijvoorbeeld. Het onderhoud is al uiterst kostbaar, en wordt hiermee nog moeilijker. “Elke particulier of bedrijf of organisatie met een landgoed, buitenplaats of monument zou dat toch moeten willen onderhouden vanuit een positieve instelling, met plezier en vreugde. Maar telkens gebeurt er maatschappelijk iets waardoor je als particulier of bedrijf de lust ontnomen wordt. Op de lange duur is deze politiek van ‘zoek het maar uit’ geen goede zaak”, aldus René Dessing.

‘Opstelling VVD Bloemendaal opmerkelijk’
Dat de VVD in Bloemendaal juist strakke regels wil opstellen voor eigenaren van landgoederen ligt volgens Dessing ‘opmerkelijk genoeg’ niet in lijn met de landelijke liberale beleid van ‘loslaten’. Het meest zorgelijk vindt hij dat gemeentes en provincies tegenwoordig eigen zeggenschap hebben als het gaat om cultuurhistorisch beleid. “Door de decentralisatie kan elke provincie autonoom handelen, en ook elke gemeente kan eigen regels stellen. Zo zou monumentenbeleid kunnen ontaarden in hobbyisme of subjectiviteit. De ene gedeputeerde vindt het prachtig, de ander zegt: zoek het zelf maar uit met je monument. Op gemeenteniveau idem dito. Dat is geen duurzaam beleid”.

Strekking amendement VVD 27 oktober 2016 in gemeenteraad:
VVD: geen bijgebouwen ombouwen tot woonhuis

Bij de bespreking van de nota Landgoederen in de raad van 27 oktober dient de VVD drie amendementen in. De teksten waren donderdag nog niet definitief, maar de strekking is:

  • Bij het terugbouwen van cultuurhistorische bebouwing dient nieuwbouw een utilitaire functie te krijgen en geen woonfunctie. Het ontwerp dient in uiterlijk overeen te komen met het oorspronkelijke ontwerp.
  • De huidige splitsingsregeling blijft gehandhaafd en wordt niet uitgebreid.
  • Herbestemmen van bijgebouwen dient te zijn met een utilitaire functie, niet een woonbestemming.In een toelichting zegt de VVD: “De VVD maakt zich geen zorgen of er in het koetshuis daadwerkelijk een koets staat en ook niet of er in de orangerie daadwerkelijk sinaasappels groeien. Dat is aan de eigenaar van het landgoed. Deze landgoederennota maakt veel ontwikkelingen juist mogelijk, zoals grotere schuren en stallen en het terugbouwen van verloren gegane bijgebouwen. Wat wij met name willen tegengaan, is dat dit soort oude gebouwtjes worden omgevormd en uitgebouwd tot zelfstandige woonhuizen. Onvermijdelijk komen daarna schuttingen, terrassen, parkeerplaatsen, extra schuren en afsplitsing van het landgoed. Dat mogelijk maken, betekent het einde van onze landgoederen. Dat willen wij voorkomen”.